29

 

Roy Taylor ging samen met Stella Jebson langs bij de vrouw van Jeremy, die op Wirral woonde, een schiereiland dat ver buiten Jebsons district lag, maar om de een of andere reden wilde ze graag met Taylor mee. Misschien was ze geïntrigeerd geraakt door de man die dood was aangetroffen, ver van huis, zonder dat daar een voor de hand liggende verklaring voor te vinden was. Ze was benieuwd hoe dat mysterie opgehelderd kon worden.

‘De belastingdienst heeft teruggebeld,’ zei Jebson. ‘Dat bedrijf van Booth ging bijna failliet, als je zijn belastingaangifte mag geloven.’

Taylor vond dat die kwestie nader onderzocht moest worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat een zelfstandig ondernemer maar een fractie van zijn inkomsten aan de belasting opgaf, maar als Booth inderdaad krap bij kas had gezeten, waarom was hij dan naar Shetland gegaan en had hij zijn bedrijf in handen gegeven van iemand die het vak nog moest leren? Had hij verwacht dat zijn reis geld zou opleveren?

Als kind was Taylor een paar keer op Wirral geweest. Hij was nog heel klein. Zijn moeder woonde nog thuis en was er nog niet vandoor gegaan naar dat vriendje van haar in het noorden van Wales. Ze waren naar de zee geweest, bij Hoylake en West Kirby. Het waren dierbare herinneringen: picknicken, ijsjes eten, vissen op het strand met een klein netje aan een bamboestok. Zijn vader was daar nooit bij geweest. In de auto zei hij er niets over tegen Jebson. Niets zo vervelend als mensen die over vroeger begonnen.

Booths ex-vrouw, Amanda, was hertrouwd met een leraar, ene Stapleton. Taylor wist niet of hun bezoek wel wat zou opleveren. Booth was al jaren geleden bij zijn vrouw weggegaan. Waarom zou zijn ex na zo’n lange tijd bij zijn dood betrokken zijn? Voor haar stond er te veel op het spel. Toch had Booth haar ineens in de steek gelaten. Hij had zijn leven een totaal andere wending gegeven en zelfs het contact met zijn kind opgegeven. Taylor wist hoe moeilijk het was om je van je familie los te maken. Gevoelens van wrok werden in de loop der jaren alleen maar heftiger. En waarom was hun relatie op zo’n dramatische manier geëindigd?

Het gezin woonde in een prettige wijk uit de jaren vijftig, in de buurt van het Arrowe Park-ziekenhuis. In de anonieme, rechte straat met bomen stonden twee-onder-een-kapwoningen. Een plek waar je jezelf kon verliezen, dacht Taylor. Maar toen ze de auto hadden geparkeerd, zag hij dat een oude vrouw die aan de overkant van de straat in de tuin aan het werk was, even bleef staan kijken. Zo gemakkelijk was het dus niet om hier in de anonimiteit op te gaan.

Het was nog vroeg in de avond. Amanda Stapleton was alleen thuis. Taylor schatte haar van ongeveer hetzelfde bouwjaar als het huis. Ze bleek een welgestelde blondine te zijn. Ze droeg een mouwloos zomerjurkje en sandalen, en deed hem denken aan vrouwen met lange rokken en een permanentje. Zijn moeder ging vroeger vaak naar de bioscoop of keek ’s middags naar oude films op tv. Deze vrouw had zomaar een filmsterretje kunnen zijn.

‘Fijn dat u tijd kon vrijmaken,’ zei hij. ‘Hopelijk komen we niet ongelegen.’

‘Ik zit de hele dag thuis,’ zei ze. ‘Soms denk ik weleens dat ik een baan zou kunnen gaan zoeken nu de kinderen wat ouder zijn, maar ik vind het heerlijk om ze op te vangen als ze uit school komen. John is vorig jaar adjunct geworden, dus ik hoef niet per se te werken.’

Ze was inmiddels van de dood van Booth op de hoogte gebracht, maar dat leek haar niet veel te doen. Taylor vroeg zich af of ze er zelf over zou beginnen. Ze liep met hen naar de woonkamer achter in het huis. De deur naar de tuin stond open.

‘Ik ga even theezetten, goed?’

Ze kwam terug met een dienblad met daarop een bordje met zelfgebakken koekjes, een theepot, kopjes, een melkkannetje en een suikerpot.

‘De jongens hebben nu crickettraining,’ zei ze. ‘John haalt ze na zijn werk op. Meestal is het hier niet zo rustig, hoor.’

‘En uw dochter?’

‘O, Ruthie komt zelf wel naar huis. Ze zit in de eindexamenklas. Al helemaal volwassen, althans in haar eigen ogen. Ze zal zo wel thuiskomen. Ze weet nog niet dat haar vader is overleden. Ik ben benieuwd hoe ze erop zal reageren.’

Ze ging in een stoel met een rechte rugleuning zitten en zette haar theekopje op haar knie. Ze zat keurig recht, met gekruiste enkels. ‘Ik heb Jeremy niet meer gezien sinds hij meer dan zestien jaar geleden midden in de nacht is vertrokken. Hij nam één koffer mee. Liet me met een dochtertje zitten. Had een briefje achtergelaten waarop hij had geschreven dat het hem erg speet, maar dat hij iets anders van het leven verwachtte.’ Ze keek hen aan. ‘Dan lijkt het me logisch dat ik nu niet om zijn dood ga zitten treuren, hè?’

‘Had hij nooit laten doorschemeren dat hij weg wilde?’

‘Nee, nooit.’

‘Was er een andere vrouw in het spel?’

‘In het briefje schreef hij daar niets over. Maar het zou goed kunnen, hoor. Hij was een knappe vent. Per slot van rekening ben ik ooit op hem gevallen.’ Ze zweeg even. ‘Hij was de liefde van mijn leven.’

Taylor wist niet waar hij kijken moest en merkte dat hij zich zo opgelaten voelde dat hij begon te blozen. Hij vond het afschuwelijk als mensen met hun gevoelens te koop liepen. Dat deze vrouw hier nu ineens mee op de proppen kwam, was totaal onverwacht, omdat ze zichzelf verder zo goed in de hand leek te hebben.

Jebson boog zich naar de vrouw toe. ‘Vertelt u ons eens wat meer over Jeremy,’ zei ze. ‘We hebben eigenlijk nog met niemand gesproken die hem echt heeft gekend.’

‘Ik weet niet of ik jullie daar wel bij kan helpen. Ik vraag me af of Jeremy zichzelf überhaupt kende. Dromen en verhalen, dat was het enige waar hij altijd vol van was. Hij speelde een rol in zijn eigen toneelstuk. In zijn hoofd, natuurlijk. Het was nooit echt.’ Ze keek naar buiten, naar de perfect onderhouden tuin. ‘Hij zou het prachtig hebben gevonden om in het middelpunt van alle belangstelling te staan.’

‘Hoe hebt u elkaar leren kennen?’

‘Op het werk. We stonden allebei voor de klas. Hij gaf Engels en ik zat bij de sectie Techniek en gaf handvaardigheid en koken. Dat typeert ons wel zo’n beetje. Ik was praktisch ingesteld, hij had meer met fictie en woorden. En met zijn woorden heeft hij me helemaal ingepakt. In zijn vrije tijd gaf hij drama als buitenschoolse activiteit. Daar lag zijn hart. Op de lerarenopleiding had hij ook veel toneelgespeeld. Hij werd op Central School aangenomen maar kreeg geen beurs. Dat zat hem erg dwars.’

‘We zijn er niet in geslaagd familieleden van hem op te sporen. Weet u misschien wie we verder van zijn dood op de hoogte moeten stellen?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Hij was enig kind. Een klassiek geval: door en door verwend en altijd in zijn eentje aan het spelen. Zijn ouders waren niet zo jong meer toen ze trouwden. Waarschijnlijk leven ze niet meer.’

Taylor kreeg het gevoel dat hij de controle over het gesprek kwijtraakte. Hij had Jebson als toeschouwer meegenomen, maar het was niet de bedoeling dat ze het hele gesprek naar zich toe trok. ‘U zegt dat u meneer Booth al zestien jaar niet meer hebt gezien,’ zei hij. ‘Hebt u in die tijd nog contact met hem gehad?’

‘Hij heeft altijd alimentatie voor Ruth betaald. Niet veel, hoor. Hij heeft nooit een vaste baan gehad. Toen hij dat theaterbedrijfje eenmaal had opgericht, werd het iets beter. Ik had geen zin om ruzie te gaan maken over het geld en we hadden er ook nooit direct contact over. Het was net alsof hij ons liever wilde vergeten.’

‘Hebt u nog pogingen ondernomen om hem op te sporen nadat hij u had verlaten?’

‘Natuurlijk! Hij was alles voor mij. Maar hij had zijn baan op school ook opgezegd. Was gewoon vertrokken. Had geen opzegtermijn in acht genomen en ook niet gevraagd om referenties. Ik ging ervan uit dat hij in een soort crisis zat, dus toen heb ik verschillende psychiatrische klinieken gebeld, en de politie, en het Leger des Heils. Ik zag hem al op straat slapen, of in een of ander afschuwelijk opvangtehuis voor daklozen.’

‘Bent u er ooit achtergekomen waar hij toen naartoe is gegaan?’

‘Naar zijn vader en moeder.’ Ze klonk erg verbitterd. ‘Niet echt groots en meeslepend, hè? Hij was gewoon als een bang jongetje naar zijn ouders gehold. Natuurlijk had ik die ook al gebeld, maar toen zeiden ze dat ze niets van hem gehoord hadden. Om hem te beschermen, hebben ze me voorgelogen.’

‘Waren er achteraf gezien geen aanwijzingen dat hij wilde weggaan?’

‘Na de geboorte van Ruth,’ zei ze, ‘is alles anders geworden.’ Ze zweeg even.

Taylor vond het vervelend dat ze niet sneller ter zake kwam.

Misschien merkte Jebson dat zijn geduld opraakte, want ze kwam met een vraag. Ondanks haar forse verschijning had ze een bijzonder zachtaardige stem. ‘In welk opzicht is alles veranderd, mevrouw?’

‘Ik weet niet wat hij had verwacht. Hij was ontzettend blij toen ik zwanger bleek te zijn. Misschien vanwege het ideaalbeeld van een gezinnetje. Een kind dat naar hem zou opkijken. Hij had in elk geval niet gerekend op luiers verschonen, een huilbaby en bij thuiskomst merken dat je totaal uitgeputte vrouw ineens allerlei eisen gaat stellen. En toen bleek Ruth ook nog niet de modelbaby te zijn die hij voor ogen had gehad.’

‘Hoe bedoelt u?’

‘Ze werd met een gespleten gehemelte geboren. Daar zie je nu niets meer van. Het is een prachtmeid. Maar ze heeft wel vaak in het ziekenhuis gelegen. Toen we haar voor het eerst mee naar huis kregen, was ze heel lelijk. Ik denk dat hij van haar walgde. En dat hij zich dat vervolgens kwalijk nam. Misschien is alles daardoor wel veranderd. Hij kon het gewone leven niet meer aan, kon zijn ei ook niet meer op het toneel kwijt. Dus daarom is hij er maar vandoor gegaan. Hij deed net alsof ze nooit geboren was.’

‘Hebt u enig idee waarom iemand hem zou willen vermoorden?’

‘Als ik had geweten dat hij bij zijn ouders zat, zou ik hem waarschijnlijk zelf hebben vermoord,’ zei ze. ‘Als ik hem daar toen te pakken had gekregen... Hij zat daar maar, terwijl ik thuis amper mijn hoofd boven water kon houden.’

‘Had hij familie of vrienden op Shetland?’

‘Geen familie. En als hij daar vrienden had zitten, waren die van na mijn tijd.’

Ze bood hun nog een kop thee en een koekje aan, en glimlachte constant om te laten zien dat het haar allemaal niets meer kon schelen. Toen hoorden ze een sleutel in het slot van de voordeur glijden.

‘Hai, mam.’

‘We zullen maar eens gaan,’ zei Taylor. ‘Dan kunt u met Ruth praten.’

‘Welnee. Waarschijnlijk heeft ze allerlei vragen waar jullie veel beter antwoord op weten dan ik.’

Ruth was inderdaad een prachtmeid. Donker haar, volle borsten en een brede lach. Vanuit de deuropening keek ze naar hen. Ze droeg een spijkerbroek en een ruime, witte blouse die soepel om haar lijf viel. Hoewel ze benieuwd was wie de twee onbekenden waren, was ze te welgemanierd om dat te vragen.

‘Deze mensen zijn van de politie,’ zei Amanda Stapleton. ‘Ze willen je iets over je vader vertellen.’

Het meisje keek hen geschrokken aan. ‘Wat is er? Wat heeft hij gedaan?’

Stella Jebson kwam overeind en ging bij het meisje staan. ‘Ga maar even zitten,’ zei ze. ‘We hebben slecht nieuws voor je.’

Het meisje ging op de armleuning van de dichtstbijzijnde stoel zitten. ‘Wat is er gebeurd?’

‘Hij is dood,’ zei Jebson. Misschien voelde ze dat Amanda het moeilijk vond het nieuws aan haar dochter te vertellen. ‘Het spijt ons heel erg.’

‘Hoe is hij dan gestorven? Was hij ziek?’

‘Hij is vermoord. We zijn hier omdat we erachter proberen te komen wie hem om het leven heeft gebracht.’

Het meisje begon heftig te snikken. Het was niet duidelijk of dat van verdriet of van schrik kwam. Taylor vond het nogal overdreven, gezien het feit dat ze haar vader nauwelijks gekend had, maar misschien was dat typisch iets voor pubermeiden. Die waren immers altijd één bonk dramatiek. Haar moeder kwam overeind, sloeg haar armen ongemakkelijk om haar dochter heen, drukte het meisje tegen zich aan en streelde haar haar.

‘Ik heb al gezegd dat je ze toch niet verder kan helpen,’ zei Amanda. ‘Maar ik wilde graag dat ze erbij waren als je het hoorde, voor het geval je nog vragen hebt.’

Weer voelde Taylor zich hoogst ongemakkelijk bij dit vertoon van emotie. ‘We zullen u verder met rust laten,’ zei hij. ‘Ik zal mijn telefoonnummer geven, dan kunt u me bellen als u nog iets te binnen schiet.’

Ze stonden bij de auto toen Ruth naar buiten kwam en naar hen toe rende. Amanda stond vanachter het raam toe te kijken.

‘Ik wil graag met jullie praten,’ zei Ruth. Ze had rode ogen van het huilen. ‘Maar niet hier. Niet met mijn moeder erbij.’

‘Waar dan?’

‘In de hoofdstraat in Heswall zit een koffiehuis. Dat is tot zeven uur open. Daar ben ik over een uur. Ik zeg haar wel dat ik naar mijn vriendje ga.’

Een uur op Wirral doorbrengen was wel het laatste waar Taylor zin in had, maar het meisje leek zo aan te dringen op een gesprek dat hij moeilijk nee kon zeggen.

Ruth kwam tien minuten te laat en zag er gekweld en afgemat uit. Het koffiehuis was ingericht met bruine leren banken en sissende machines, conform de keten waar het deel van uitmaakte, en er werd saaie muziek gedraaid. Taylor ging koffie voor haar halen. Toen hij met een kop cappuccino terugkwam, zat ze al druk met Jebson te praten.

‘Ruth heeft laatst nog contact met haar vader gehad,’ zei Jebson. ‘Daar wilde ze het graag even met ons over hebben.’

‘Waarom nam hij contact met je op?’ vroeg Taylor.

‘Dat heeft híj niet gedaan. Ik heb hem opgespoord.’

‘Hoe?’

‘Interact, die theatergroep, kwam bij ons op school spelen. Over drugs, u weet wel. Hij was er zelf niet, maar zijn naam stond op de posters, met een telefoonnummer erbij. Ik wist dat hij was gaan acteren, maar dacht eerst dat het waarschijnlijk toeval was. Uiteindelijk besloot ik hem toch op te bellen. Toen ik een middagje vrij had en er niemand thuis was, heb ik de moed bijeen geraapt. Ik heb niets tegen mijn moeder gezegd, want die zou helemaal door het lint zijn gegaan. Ze zou bang zijn dat hij me met zijn mooie praatjes zou inpalmen. En ik wilde John, mijn stiefvader, niet kwetsen, want ik hou ontzettend veel van hem.’

‘Wat zei je toen je opbelde?’ Jebson leek werkelijk geïnteresseerd in haar.

‘Iets als: “Volgens mij bent u mijn vader.” Ik kan beter maar meteen zeggen waar ik voor bel, dacht ik.’

‘Vond hij het fijn om van je te horen?’

‘Volgens mij schrok hij wel, maar goed, hij zei dat hij het leuk vond. We hebben uren zitten kletsen. Het kostte me een vermogen, want ik belde op mijn mobieltje en het kwam niet bij hem op voor te stellen dat hij mij zou bellen. Typisch iets voor mijn vader.’

‘Waar hadden jullie het over?’

‘O, u weet wel, gewoon bijkletsen. Wat hij aan het doen was, hoe het op school ging, toekomstplannen, dat soort dingen.’

‘Wat had hij voor plannen?’ vroeg Taylor.

‘Hij zei dat hij zou weggaan. Naar Shetland. Hij vroeg of ik daar weleens geweest was, en ik zei van nee. Om eerlijk te zijn wist ik niet eens waar het lag. Dat heb ik later op internet opgezocht. Hij zei dat het er prachtig was. Een beetje kaal, maar wel heel mooi. Hij wilde er het liefst zo snel mogelijk weer naartoe.’

‘Zei hij ook waarom hij daarnaartoe ging?’

‘Voornamelijk voor zaken, zei hij. Hij zou daar een klus gaan doen. Niet het werk dat hij meestal deed, maar het bood hem de gelegenheid om een paar oude vrienden te ontmoeten.’

‘Heeft hij namen genoemd?’

‘Volgens mij niet. En anders kan ik me dat niet meer herinneren.’ Ze had in rap tempo zitten praten en gaf steeds onmiddellijk antwoord op de vragen die Taylor stelde, maar nu dacht ze even na. ‘We spraken af elkaar eens te ontmoeten. Als hij terug was, zou hij hiernaartoe komen. Hij zei dat hij weer een echte vader voor me wilde zijn en dat hij me wilde helpen mijn dromen te verwezenlijken.’ Ze keek hen glimlachend aan. ‘Op die manier sprak hij. Dat soort dingen zei hij allemaal. Ik had een foto van mezelf gemaild, zodat hij kon zien hoe ik eruitzag. Op zijn website stond een foto van hem. Het was raar om die foto te zien, na al die jaren waarin ik geen goede voorstelling van hem had. Ik lijk wel wat op hem, vinden jullie ook niet? Je kunt wel zien dat ik zijn dochter ben.’ Ze zweeg even. ‘Een paar dagen geleden heb ik hem op zijn privénummer gebeld. Ik dacht dat hij tegen die tijd wel weer terug zou zijn. Een vrouw nam op.’

Ze reden terug naar Yorkshire, toen Taylor werd gebeld door Sandy Wilson en te horen kreeg dat er weer een lijk was gevonden. Taylor zette Jebson in Huddersfield af en reed naar het noorden. Hij vond het heerlijk om weer een doel te hebben, al baalde hij er ontzettend van dat hij niet op Shetland was om het onderzoek in goede banen te leiden.

 

 

 

 

Witte nachten
titlepage.xhtml
Witte nachten-ebook_split_000.xhtml
Witte nachten-ebook_split_001.xhtml
Witte nachten-ebook_split_002.xhtml
Witte nachten-ebook_split_003.xhtml
Witte nachten-ebook_split_004.xhtml
Witte nachten-ebook_split_005.xhtml
Witte nachten-ebook_split_006.xhtml
Witte nachten-ebook_split_007.xhtml
Witte nachten-ebook_split_008.xhtml
Witte nachten-ebook_split_009.xhtml
Witte nachten-ebook_split_010.xhtml
Witte nachten-ebook_split_011.xhtml
Witte nachten-ebook_split_012.xhtml
Witte nachten-ebook_split_013.xhtml
Witte nachten-ebook_split_014.xhtml
Witte nachten-ebook_split_015.xhtml
Witte nachten-ebook_split_016.xhtml
Witte nachten-ebook_split_017.xhtml
Witte nachten-ebook_split_018.xhtml
Witte nachten-ebook_split_019.xhtml
Witte nachten-ebook_split_020.xhtml
Witte nachten-ebook_split_021.xhtml
Witte nachten-ebook_split_022.xhtml
Witte nachten-ebook_split_023.xhtml
Witte nachten-ebook_split_024.xhtml
Witte nachten-ebook_split_025.xhtml
Witte nachten-ebook_split_026.xhtml
Witte nachten-ebook_split_027.xhtml
Witte nachten-ebook_split_028.xhtml
Witte nachten-ebook_split_029.xhtml
Witte nachten-ebook_split_030.xhtml
Witte nachten-ebook_split_031.xhtml
Witte nachten-ebook_split_032.xhtml
Witte nachten-ebook_split_033.xhtml
Witte nachten-ebook_split_034.xhtml
Witte nachten-ebook_split_035.xhtml
Witte nachten-ebook_split_036.xhtml
Witte nachten-ebook_split_037.xhtml
Witte nachten-ebook_split_038.xhtml
Witte nachten-ebook_split_039.xhtml
Witte nachten-ebook_split_040.xhtml
Witte nachten-ebook_split_041.xhtml
Witte nachten-ebook_split_042.xhtml
Witte nachten-ebook_split_043.xhtml
Witte nachten-ebook_split_044.xhtml
Witte nachten-ebook_split_045.xhtml
Witte nachten-ebook_split_046.xhtml
Witte nachten-ebook_split_047.xhtml
Witte nachten-ebook_split_048.xhtml
Witte nachten-ebook_split_049.xhtml